- afdrijven
- {{afdrijven}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [uit de koers drijven] dériver2 [wegdrijven] passer♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 met de stroom afdrijven • suivre le courant2 de bui drijft af • l'averse passeII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door drijven verwijderen] chasser2 [medisch]expulser♦voorbeelden:2 een vrucht afdrijven • provoquer un avortement
Deens-Russisch woordenboek. 2015.